Levensloop IJbeltje Issabella Hoekstra
Schets van het gezin waarin zij opgroeide;
IJbeltje Issabella, genoemd Ida Hoekstra is in 1921 geboren als derde telg in het gezin van Pieter Hoekstra enSybrigje Melein. Vader Pieter trouwde op 24 jarige leeftijd met zijn 24 jarige vrouw. In het gezin zijn de volgende kinderen geboren, Eelkje 1920, Jippe 1920,Anna 1923, Johannes 1925, Klaas 1930, Ytje 1932, Gerrit en Jan (tweeling) 1934 en een levenloos dochtertje 1939.
Pieter was arbeider en heeft in zijn leven altijd veel en hard moeten werken bij boeren en op het laatst bij Halbertsma Timmerfabriek in Grouw. Sybrigje had haar handen vol aan het gezin en de huishouding. Moeder Sybrigje overleed op 67 jarige leeftijd, vader Pieter op 78 jarige leeftijd.
School
Ida ging naar de lagere school in Irnsum.
Werk
Gingop dertien jarige leeftijd werken als dienstmeid bij de nonnen in Wijtgaard.Later kon ze werk krijgen bij de nonnen in Leeuwarden. Daar ontmoette ze eenmevrouw uit Oldemarkt, die zei tegen haar dat er een betrekking vrij kwam inOldemarkt. Daar had Ida wel zin in en al snel ging ze naar Oldemarkt. Laterkreeg ze te horen dat er een betrekking was in Blesdijke bij de familie Smit. Hierkon ze aan de slag. Voorlopig bleef ze wonen in Oldemarkt bij familie van diemevrouw.
AlbertusRudolfus Smit was een strenge baas en kon driftig zijn. Albert Smit werd ziek,hij stierf, 1 juni 1944, aan het water, oude benaming voor prostaatkanker. NadatAlbert Smit stierfis besloten dat hetbeter was dat Ida op de boerderij kwam wonen.
MoederChristina was een lieve rustige vrouw. Zo vertelde zij trots aan zus Jo, datIda ook kon melken.
Christinastierf binnen het jaar na het overlijden van haar man. Ze voelde zich niet goeden Ida bracht haar naar de bedstee. Daar stierf op 29 april 1945 ze in de armenvan Ida.
Inhet begin had zij verkering met een jongeman uit Oldemarkt,maar later kreeg ze interesse in zoon Jan. Op 31 mei 1946 trouwde het jonge stel.
Leven
Inde oorlogstijd een gezin beginnen en dat in armoedige omstandigheden was niethet mooiste vooruitzicht. Maar er was eten en onderdak. Met Jan kreeg zij 11kinderen waarvan één levenloos dochtertje eneen dochtertje dat maar één week heeft geleefd. Ida werkte mee op deboerderij en had ook nog haar gezin. Dat brak haar wel eens op en ging ze vooreen tijdje naar een rusthuis inAvereest.De verbouwing van de boerderij en het woonhuisdrukte zwaar op de financiële middelen en er moest nogal wat geïmproviseerdworden. Toen het woonhuis opnieuw gebouwd werd woonde het hele gezin in eenafgescheiden deel op de deel. Enkele schutten en veel gordijnen zorgden voor deafscheiding. Voor Ida geen pretje omdat ze graag alles netjes en schoon wildehebben.
Toen het niet meer ging, financieel, op de boerderij verhuisde het gezin naarWolvega.
Verhuizing
Het gezin opeen gepakt in eenkleine vrijstaande woning aan de Oppers no. 10.
Kinderen op stapelbedden en oudersin een opklapbed in de kamer. Later verhuisde zij naar een tussenwoning op deKraaiheide in Wolvega. Een nieuwer huis met minder onderhoud.
In Wolvega ging ze bij het koor endus iedere zondag en met trouwerijen en begrafenissen zingen in de FranciscusKerk. Toen het thuis wat rustiger werd ging zij werken op de pastorie. Haar manJan overleed op 63 jarige leeftijd. Zij nu alleen, iets dat zij niet goed kon.Na een goed jaar zocht en vond ze een nieuwe partner, Cornelis Johannes Rood(Cor), weduwnaar van Geertuida Hauwert. Met Cor heeft zij nog 16 jaarsamengewoond tot hij in 2002 overleed.
Ondertussen verhuisd van Kraaiheidenaar Groen van Prinsterenstraat (met Cor) naar Lyclamaweg “het Vierkant”(voormalig hoofdgebouw van de nonnen in Wolvega). Toen Ida daarna minder werdis zij verhuisd naar de Lycklama Stins (verzorgingstehuis).