De naamsaanneming Brouwer is nooit gevonden. Dat had dan mede gedaan moeten worden door Jacomina Lefferts. Zij was immers de weduwe van Lammert Lammerts welke op zee was gebleven, getuige een acte van notariteit.
Hierin verklaarden getuigen “dat hun indertijd is bekend geworden en alras wel te weten dat de persoon van Lammert Lammerts, in leven schipper, gedomiciliseerd geweest te Kootstertil onder de Koten op eene zeereis van het Heiligeland naar Emden in Oostvriesland bestormd met het schip en verdere scheepsvolk is verongelukt zonder de ware dagteekening van dit voorval te kunnen opgeven, doch dat het lijk van de overledene op strand te Nordernay aan de kust van Oostvriesland is gevonden op den negentienden van den maand juli in den jare achtienhonderd en negen: alwaar terplaatse hetzelve vervolgens is begraven”.
Jacomina (Meintje) bleef achter met 6 kinderen waarvan de oudste dochter spoedig ging trouwen. De andere kinderen waren in de leeftijd van 14 tot 3 jaar, het zal duidelijk een zorgelijke tijd zijn geweest. Jacomina was koopvrouw maar zat nu zonder inkomsten en handel getuige ook het volgende: ” zonder dat er ook verder eenig berigt van schip of lading aan de nog in leven zijnde weduwe is geworden”. Waarschijnlijk dreef zij voordien handel vanaf de wal gezien de aankoop van de echtelieden op 12 mei 1801. Zij kochten toen voor fl. 300,= en 20 stuivers een “huizinge en havinge met grondaard, band, spijker, en al wat nagelvast is bij Cootstertil, inbegrepen de loods, dorpsdistrictslasten, profijten, reed en driften”.
Meintje had het moeilijk want op 1 augustus 1809 was zij schuldig aan Pier Douwes, koopman in Kootstertille, een bedrag van fl. 400,=. Het is dan ook heel begrijpelijk dat zij zich niet zo druk heeft gemaakt over het vast laten leggen van een achternaam in 1811. Haar broer Teunis nam in Achtkarspelen de naam Rinzema aan voor zichzelf en zijn gezin maar ook Meintje heette vanaf die tijd Rinzema. Hoe dan toch de kinderen de naam Brouwer kregen komt misschien door het volgende!!??
Meintje haar vader gebruikte zijn beroep, brouwer,als een aanvulling op zijn naam.
“betaalt aan Leffert Tunnis brouwer bij Cootstertille wegens geleverd bier op die begraffenisse van Tjetske Binnes gebruijkt”
“betaalt aan Leffert brouwer bij Koostertille wegens gel[e]verd bier op die begraffennisse van Trijntje gebruijkt”
Zonder een naamsaanneming noemden de kinderen van Meintje en Lammert zich Brouwer maar soms kwam het voor dat ze zich ook Kroes noemden. Ze waren blijkbaar ergens door in verwarring geraakt. Na het nodige speurwerk in archieven en de hulp van derden kwamen de broers en zussen van Lammert Lammerts in beeld. En jawel hoor, die heten dan allemaal Kroes. Na onderzoek is gebleken dat alleen de tak van Lammert en Meintje Brouwer heet.
Conclusie:
Leven wij, Brouwers,sinds 1811 met een verkeerde achternaam ? of zullen wij er maar één op drinken!?
Meer gegevens betreffende personen uit deze genealogie Brouwer vindt men onder “Stamboom“